Betelgeuze wordt weer donker – in tegenstelling tot zijn cyclus

Betelgeuze is een onstabiele ster. Hier is interessant nieuws over de ruimte.

Ruimte Pas in oktober ontdekten astronomen dat de ster Betelgeuze steeds donkerder werd. In februari had de rode superreus meer dan tweederde van zijn helderheid verloren. De black-out kwam als een verrassing. Astronomen vroegen zich af wat dit zou kunnen veroorzaken. Sommigen van hen vermoedden de voorbode van een supernova erachter. Rode superreuzen zoals Betelgeuze eindigen hun leven in een enorme explosie.

Aan het einde van hun leven hebben de sterren geen kernbrandstof meer en een deel van hun massa stroomt naar de kern. Dit maakt de kern zo zwaar dat deze zijn eigen trek niet meer kan weerstaan ​​en instort. Volgens astronomen zal deze gebeurtenis in Betelgeuze waarschijnlijk enkele duizenden jaren duren. Half augustus vonden de onderzoekers met behulp van NASA’s Hubble-ruimtetelescoop echter nog een andere mogelijke reden: vermoedelijk werd de verduistering van de ster veroorzaakt door een stofwolk. Het had dus een enorme hoeveelheid heet plasma de ruimte kunnen uitstoten. Het materiaal koelde af in de koelere lagen van de sterrenatmosfeer en vormde een stofwolk. Dit bedekte ongeveer een kwart van het oppervlak en blokkeerde het licht.

In april keerde de ster eindelijk terug naar zijn oorspronkelijke helderheid. Maar dat is niet alles: tussen half mei en half juli werd Betelgeuze weer donker. De verduistering vordert echter niet zo snel als vorig jaar in de herfst. Waarom is het fenomeen ongebruikelijk? Betelgeuze is een onstabiele ster. Het breidt uit en trekt samen. Wordt lichter en donkerder. Zijn cyclus is 420 dagen. De hernieuwde verduistering past hier niet bij, astronomen verwachten het pas begin april 2021 weer. Op dit moment zou de ster eigenlijk het helderst moeten schijnen. Mocht de helderheid van Betelgeuze verder afnemen, dan zal de gebeurtenis waarschijnlijk veel eerder plaatsvinden dan eerder werd aangenomen. Omdat voorspellingen echter erg moeilijk zijn, zullen astronomen het de komende maanden nauwlettend blijven volgen.